De Acceptatie voor de lhbtqia gemeenschap neemt voor het gevoel van de bevolking de afgelopen jaren af. Welke factoren hebben invloed op het afnemen van de acceptatie?
Geweld
Van de mensen die lesbisch, homoseksueel, bi-plus, transgender, queer, intersekse en aseksueel (lhbtqia) zijn, is vorig jaar 10 procent slachtoffer van geweld geworden, telde het Centraal Bureau voor Statistieken (CBS). Van de overige bevolking overkwam dat 6 procent.
Vooral mensen die zich niet als een man of vrouw identificeren (non binair) zijn vaak slachtoffer. Als we vermogensdelicten en vernielingen meetellen, is een kwart van de lhbtqia’ers slachtoffer, tegenover 19 procent van de rest van de bevolking. Het grote verschil zit hem in het geweld. Mensen uit de lhbtqia zijn twee keer zo vaak slachtoffer van seksueel geweld als de rest van de bevolking. Van de lhbtqia’ers vanaf 15 jaar gaf 42 procent aan zich weleens onveilig te voelen.
Het gevoel van acceptatie
Ondanks dat Nederland het eerste land ter wereld is waar het huwelijk werd opengesteld voor mensen van hetzelfde geslacht, het homohuwelijk, wordt het nog steeds niet door iedereen geaccepteerd. In het Pride-onderzoek van Eenvandaag geven lhbtqia’ers verschillende redenen voor het dalende gevoel geaccepteerd te worden. Veel mensen wijzen naar religie. Vooral in islamitische, maar ook in de christelijke hoek. Die zouden minder tolerant zijn naar de gemeenschap. Anderen wijzen op de partijen in het nieuwe kabinet, die volgens hen niet bij zouden dragen aan meer tolerantie. Zo werkt De PVV werkt samen met anti-lhbtqia-partijen en volgens Caroline van der Plas (de voorvrouw van de BBB) mogen homo’s niet in string op de Pride staan. Ook wilt de politieke partij Nieuw Sociaal Contract (NSC) transgenderrechten inperken.
Aan het Pride-onderzoek deden 24.469 mee, onder wie 2.655 mensen uit de lhbtqia’ers. Het gevoel van acceptatie daalt al jaren: in 2020 vond nog 62 procent van de bevolking dat het goed ging in Nederland, dit jaar heeft nog maar 47 procent van de bevolking het gevoel dat het goed gaat met de acceptatie van lhbtqia’ers. “Als ik vervelende opmerkingen krijg boeit dat me niet. Ondanks dat ik weinig geef om de mening van andere zeg ik liever niet tegen iedereen dat ik op jongens val. Ik vind dat dit niet iedereen aangaat. Ik ben niet per se bang dat ik niet geaccepteerd word, maar ik vind het niet de zaak van een ander,”zegt Steven Vessies, student van het Mediacollege Amsterdam.
De helft van de deelnemers (51 procent) van het onderzoek van Eenvandaag die niet tot de lhbtqia gemeenschap behoren vind dat er te veel aandacht is voor deze groep in Nederland. Deze groep maakt onderscheid tussen mensen met een andere geaardheid dan hetero en mensen met een andere genderidentiteit dan bij de geboorte is vastgesteld. De eerste groep kan op meer begrip rekenen dan de laatste.
Wat moeten wij doen?
Doordat mensen een gebrek aan kennis hebben, door de verspreiding van desinformatie of doordat ze niemand kennen die openlijk tot de lhbtqia gemeenschap behoort, ontstaan vooroordelen, vertelt Griffin in een artikel van BNNVARA. Om te zorgen dat de lhbtqia’ers door iedereen geaccepteerd worden is het van belang dat we aandacht aan deze gemeenschap blijven geven. Persoonlijke verhalen kunnen de oplossing zijn om het negatief denken over de lhbtqia gemeenschap te verminderen. Als gemeenschap zouden we vaker kunnen vragen hoe het met iemand gaat, hoe diegene in elkaar zit, hoe diegene het zijn van een lhbtqia persoon ervaart en welke problemen dit met zich meebrengt.