Je hebt het vast wel gemerkt, april was een warme maand. Het was namelijk de warmst gemeten april ooit. Gemiddeld was het 15 graden. De aarde is nu gemiddeld 1,5 graden Celsius meldt NOS Stories warmer dan vroeger, vóórdat er fabrieken, auto’s en vliegtuigen waren. In het Klimaatakkoord van Parijs werd afgesproken dat het onder die 1,5 graden moesten blijven, om grote problemen te voorkomen. Maar dat is dus niet gelukt. En dat heeft gevolgen voor ons allemaal.
Misschien denk je: “1,5 graden, dat is toch niet veel?” Maar voor het klimaat is dat wel een groot verschil. Door de opwarming gebeurt er van alles. Er komen meer hittegolven en droogtes, waardoor oogsten mislukken en bosbranden ontstaan. De ijskappen smelten, dus de zeespiegel stijgt. Waardoor overstromingen kunnen ontstaan. Ook verdwijnen er steeds meer dieren en planten, omdat ze zich niet snel genoeg kunnen aanpassen aan het veranderende klimaat. En mensen krijgen het moeilijker, bijvoorbeeld door voedseltekorten of extreme hitte. Als we boven die 1,5 graden uitkomen, wordt het steeds moeilijker om de schade te stoppen. Je kan het tegengaan maar niet terugdraaien.
Wat kunnen we er nog aan doen?
Gelukkig kunnen we nog steeds iets doen tegen klimaatverandering. Als we nu in actie komen, kunnen we de opwarming nog wel afremmen. Hoe minder de aarde opwarmt, hoe beter het is. Elk beetje helpt. Volgens klimaatwetenschapper dr. Maarten van Aalst, die onder andere meewerkt aan rapporten van het IPCC (het klimaatpanel van de Verenigde Naties), is het bereiken van de 1,5 graden grens een belangrijk waarschuwingssignaal. Hij zegt: “We zien nu al dat 1,5 graden opwarming leidt tot extreem weer, smeltend ijs en schade aan natuur en gezondheid. Dit is geen toekomstprobleem meer, het gebeurt nu. Als we nu niet ingrijpen, wordt de schade veel groter en moeilijker te stoppen.“
Je kunt bijvoorbeeld vaker de fiets of het openbaar vervoer nemen in plaats van de auto, of minder vaak het vliegtuig gebruiken. Ook helpt het als je minder vlees eet en vaker kiest voor plantaardige maaltijden, omdat vleesproductie veel broeikasgassen uitstoot. Verder kun je energie besparen door zuinig om te gaan met verwarming, apparaten uit te zetten als je ze niet gebruikt, en ledlampen te gebruiken.