Scholen in Nederland hebben zich aangesloten om zelf als uitgeverij schoolboeken te gaan ontwikkelen met coöperatieve schoolboekenuitgever Neon. Hierdoor krijgen scholen meer grip op de inhoud en moeten de boeken goedkoper en duurzamer worden. Nu al doen twaalf scholengemeenschappen mee met ruim 70.000 leerlingen.
Al jaren roepen docenten uit het hele land dat ze meer invloed willen hebben op de boeken in het onderwijs. Er is veel kritiek vanuit het onderwijs op de grote uitgevers van schoolboeken. Scholen hebben nauwelijks wat te zeggen over de inhoud van de boeken, jaarlijks worden er miljoenen boeken weggegooid en de kosten zijn heel hoog. Daarom bedacht de directeur van Neon, Marten Blankesteijn, een manier om dit op te lossen.
De boeken die worden gebruikt, worden geschreven door leraren. In eerste instantie is het de bedoeling dat vakken die het meest worden gegeven, zoals Nederlands en wiskunde, als eerst worden geschreven. De inhoud van de boeken kunnen digitaal eenvoudig worden aangepast en leraren kunnen de hoofdstukken in een andere volgorde zetten. Scholen kunnen er zelf voor kiezen of ze de boeken digitaal te vertonen of laten drukken, met een duurzame, stevige kaft.
Of alle scholen hier gebruik van maken is nog de vraag. Het is natuurlijk ook belangrijk dat de nieuwe inhoud en digitalisering van boeken prettig werkt voor de leerlingen. Hier op het Mediacollege maken leraren worden er nog nauwelijks boeken gehanteerd. Voor bijna alle informatie, opdrachten en research wordt de laptop gebruikt. Maar niet alle leerlingen vinden dit een fijne manier van leren:
