Vijf jaar geleden begon het Rode Kruis met het helpen van mensen in Nederland. Eigenlijk was het de bedoeling om die hulp na een tijdje weer te stoppen. Maar dat lukt niet. In plaats daarvan hebben steeds meer mensen hulp nodig, bijvoorbeeld in de vorm van boodschappenkaarten.
Volgens directeur Harm Goossens van het Rode Kruis komt dat vooral door de hoge inflatie: alles wordt duurder, maar veel mensen verdienen niet genoeg om dat bij te houden. “De armoede wordt steeds erger”, zegt hij.
Het Rode Kruis geeft elk jaar 6,5 miljoen euro uit aan speciale boodschappenkaarten. Met zo’n kaart krijgen mensen een paar maanden lang elke week 21,50 euro om eten mee te kopen. Daarnaast krijgen 30.000 ouders via school ook zo’n kaart, waarmee ze om de week een lunch of extra maaltijd voor hun kinderen kunnen betalen.
De situatie is voor veel gezinnen schrijnend. “Een moeder vertelde me dat ze haar kinderen thuisliet van school, omdat ze geen lunch mee kon geven. Dat vond ik zelf best wel heftig om te horen,” zegt Doenja (37). “Je denkt bij armoede vaak aan andere landen, maar dit gebeurt gewoon hier in Nederland. Het raakt vooral kinderen — en dat zou nooit mogen gebeuren.”
Ook mensen met een eigen inkomen krijgen hulp
Het Rode Kruis helpt niet alleen mensen zonder inkomen. Ook mensen die nog wachten op hun uitkering en even geen geld hebben, kunnen hulp krijgen. Daarnaast kunnen mensen met veel schulden of hoge maandelijkse kosten een boodschappenkaart krijgen. Dit kan zelfs als ze wel een inkomen hebben.
Dat is anders dan bij de voedselbank. Die geeft eten voor een langere periode, maar alleen als je inkomen laag genoeg is. “Mensen vinden het fijn om een boodschappenkaart te krijgen, omdat ze dan zelf kunnen kiezen wat ze kopen,” zegt een woordvoerder van het Rode Kruis. “En bij ons hoeven ze niet eerst allemaal papieren te laten zien.”
Hulp blijft, oplossing niet
De afgelopen jaren liet het Rode Kruis onderzoeken doen. Daaruit bleek dat meer dan 450.000 mensen in Nederland te weinig eten hebben. Tijdens de verkiezingen van 2023 kregen deze cijfers veel aandacht, vooral doordat politicus Pieter Omtzigt ze belangrijk vond.
Maar na de verkiezingen veranderde er weinig, zegt Goossens van het Rode Kruis. “Tijdens de campagne leek er aandacht te zijn voor armoede en voedselnood, maar concrete stappen bleven uit. Als het zo doorgaat, vragen we ons af of we ooit kunnen stoppen met voedselhulp. De problemen worden alleen maar groter. De overheid moet echt iets doen.”
Ook ervaringsdeskundigen trekken aan de bel. “450.000 mensen in Nederland hebben voedselnood. Dat is bijna een half miljoen,” zegt Doenja (37), die zelf afhankelijk is van hulp. “Het is niet iets dat je verwacht in een rijk land als Nederland, maar het is de realiteit.”